Een ondernemer vindt gemaakte kosten al snel zakelijk en dus aftrekbaar. Helaas ligt dit fiscaal soms anders. Daarover zijn al veel discussies en rechtszaken gevoerd. De fiscus heeft begin dit jaar aangekondigd dat extra aandacht besteed gaat worden aan de beoordeling van zakelijke kosten, onder andere bij eenpersoons-bv. Volgens de fiscus worden namelijk ten onrechte veel privéuitgaven als zakelijke kosten opgevoerd. In dit artikel gaan we in op de inhoud van deze aankondiging van de fiscus.

Regelmatig ten onrechte zakelijk opgevoerde privéuitgaven

De fiscus noemt concreet de volgende uitgaven die regelmatig onjuist als aftrekposten worden verwerkt in aangiften van zelfstandige ondernemers en dga’s van een eenpersoons-bv:

  1. schilderwerk van een privéwoning
  2. abonnementen om te sporten
  3. abonnementen van streamingdiensten.

Met name bij eenpersoons-bv’s ziet de Belastingdienst opvallend vaak hoge fiscale correcties in de vennootschapsbelasting en verkapte winstuitdelingen in de inkomstenbelasting.

Gelijk speelveld en rol adviseur

De Belastingdienst ziet vaak dat aftrekposten worden opgevoerd, waar overduidelijk sprake is van onzakelijke kosten. De Belastingdienst controleert actief op de juistheid van kosten in de aangiften inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, omzetbelasting en loonheffingen. Dit draagt volgens de dienst bij aan een eerlijke concurrentiepositie voor ondernemers en gelijkheid tussen ondernemers en werknemers in loondienst.

De dienst ziet voor belastingadviseurs een bijzondere verantwoordelijkheid om te letten op de juistheid van de aangiften en de kosten die de klanten aanleveren bij de adviseur. De adviseur zou vragen kunnen stellen bij opvallende kosten zoals kosten van laptops voor gezinsleden of de aanleg van een zwembad bij een privéwoning die als verbouwingskosten van een bedrijfspand is opgenomen, en daarbij duidelijke uitleg geven over wat wel en niet aftrekbaar is.

Te verwachten discussies

Bovengenoemde standpunten van de fiscus zijn in grote lijnen wel juist, maar het ligt niet altijd zwart-wit. Er zijn niet voor niets al veel rechtszaken gevoerd over aftrekbaarheid van kosten.

Daarbij is een verschil mogelijk tussen ondernemers voor de inkomstenbelasting die met “winst uit onderneming” te maken hebben en dga’s bij wie privéuitgaven door de B.V. tot belast loon of verkapt dividend leiden. Een B.V. kan naheffing soms vermijden of beperken indien vergoedingen of verstrekkingen onder een vrijstelling of waardering op nihil voor de werkkostenregeling kunnen worden gebracht (maar dat lukt niet altijd indien de dga de enige werknemer is) of indien de vergoeding binnen de zogenaamde vrije ruimte kan vallen (met over het meerdere 80% eindheffing voor de loonbelasting).

Verder oordelen rechters soms verschillend over de zakelijkheid van bijvoorbeeld het lidmaatschap van een golfclub. Meestal wordt die post geschrapt, maar in sommige gevallen is aftrek als representatiekosten toegestaan als via het lidmaatschap aantoonbaar klanten worden binnengehaald. Meestal vinden de fiscus en rechters zo’n contributie echter niet aftrekbaar omdat zij weinig verschil zien met het lidmaatschap van een sportclub of een andere maatschappelijke organisatie.

Regels voor beoordeling wel of niet aftrekbaar

Ondernemers gaan er meestal van uit dat iedere uitgave met een bepaald nut voor de ondernemer of de onderneming aftrekbaar is. De fiscus gaat er juist van uit dat veel uitgaven ook zonder de onderneming aan de orde zouden zijn en dus persoonlijke niet aftrekbare uitgaven zijn. In de fiscale wetgeving zijn diverse zakelijke kosten in aftrek beperkt (zoals representatiekosten) of geheel uitgesloten (zoals boetes).

Verder heeft de fiscus op grond van arresten van de Hoge Raad de mogelijkheid om (een deel) van de aftrek te weigeren in geval van een wanverhouding tussen de kosten en het nut ervan. Het criterium is in dat geval dat geen redelijk denkend ondernemer kan menen de kosten met het oog op de bedrijfsuitoefening te hebben gemaakt.

Voorbeelden van niet aftrekbare kosten

Hier volgt een overzicht van kosten waarvan ondernemers soms ten onrechte denken dat ze aftrekbaar zijn (meer voorbeelden zijn denkbaar):

  1. energiekosten en onderhoudskosten voor de woning die privévermogen is (ook niet voor de werkruimte in de woning)
  2. sportschool
  3. golf, tenzij in zeer bijzondere gevallen vanwege relatiemarketing
  4. rotary, lions en dergelijke lidmaatschappen/contributies
  5. brandstofkosten etc. privéauto
  6. representatieve kleding
  7. voedingssupplementen
  8. overige persoonlijke verzorging

Gezien de aankondiging van de fiscus zal het goed zijn om kritisch te kijken naar (in eerste instantie) zakelijk geboekte kosten. Indien aftrek van die kosten op basis van bovengenoemde regels en voorbeelden niet goed te onderbouwen is, zal een correctie voor de btw en in de fiscale winstberekening nodig zijn om mogelijke problemen met de fiscus te voorkomen.

drs. Wim de Kok

25 februari 2025
Geplaatst in: Nieuws