Twee weken geleden werd de “coronareserve” aangekondigd. Op 8 mei 2020 is het beleidsbesluit over o.a. de coronareserve gepubliceerd. De Staatssecretaris van Financiën heeft daarin het volgende besloten over de coronareserve.

Commentaar fiscalist drs. Wim de Kok op het beleidsbesluit

De coronareserve is overeenkomstig de eerdere aankondiging heel ruim. De voorwaarden zijn geen probleem. Het komt erop neer dat iedere vennootschapsbelastingplichtige (meestal bv) kan volstaan met een enigszins onderbouwde inschatting van het fiscale verlies 2020. Uit de onderbouwing moet blijken dat het verlies het gevolg is van de coronacrisis (dus vooral door omzetderving). Dat geschatte fiscale verlies 2020 kunnen wij dan verwerken als fiscale coronareserve in de in te dienen aangifte vennootschapsbelasting 2019 (of door aanpassing van een reeds ingediende aangifte vennootschapsbelasting 2019). 
 
Voor bv’s die een voorlopige aanslag 2019 hebben betaald, kan deze coronareserve spoedig liquiditeiten opleveren door een verminderingsverzoek van die voorlopige aanslag of door de verlaagde aangifte 2019 (opnieuw) in te dienen.  
 
Wie verwacht pas later dit jaar een hoger fiscaal verlies 2020 (en dus coronareserve 2019) te kunnen onderbouwen, zou nu een coronareserve in de aangifte 2019 kunnen meenemen op basis van de huidige inschatting. Later in het jaar zou dan een gecorrigeerde aangifte 2019 mogelijk moeten zijn indien op dat moment een hogere coronareserve verdedigbaar is. 
 
Deze coronareserve geldt uitsluitend voor de vennootschapsbelasting. In de nog af te wikkelen jaarrekeningen 2019 verandert slechts de fiscale positie (de verschuldigde vennootschapsbelasting).

Fiscale reserve 2019 voor coronagerelateerd verlies 2020 (fiscale coronareserve)

De coronacrisis kan negatieve gevolgen hebben voor de liquiditeitspositie van bedrijven die belastingplichtig zijn voor de vennootschapsbelasting. Dit kan over het boekjaar 2020 tot een verlies leiden, terwijl de eventuele verliesverrekening pas achteraf tot een verbetering van de liquiditeitspositie kan leiden. Om in voorkomende gevallen de liquiditeitspositie voor deze belastingplichtigen op een eerder moment te verbeteren wordt het volgende, vooruitlopend op wetgeving, goedgekeurd.

Goedkeuring

Belastingplichtigen voor de vennootschapsbelasting mogen bij het bepalen van de in het boekjaar 2019 genoten winst een fiscale reserve vormen (coronareserve). Deze coronareserve kan worden gevormd voor het gehele of gedeeltelijke zogenoemde ‘coronagerelateerde verlies’ (zie hierna) dat zich naar verwachting in het boekjaar 2020 voordoet. 
 
Daarmee is beoogd dat belastingplichtigen voor de vennootschapsbelasting het verwachte coronagerelateerde verlies in 2020 geheel of gedeeltelijk ten laste van de winst van 2019 kunnen brengen, waardoor de winst van 2019 en het verwachte verlies van 2020 gelijkmatiger over deze jaren wordt verdeeld. Dit is uitsluitend bedoeld om een liquiditeitsvoordeel te verlenen.

Voorwaarden

Voor deze goedkeuring gelden de volgende vijf voorwaarden.

Er is sprake van een verwacht ‘coronagerelateerd verlies’ in het boekjaar 2020. Hieronder wordt verstaan het over het boekjaar 2020 verwachte verlies in de zin van artikel 20, eerste lid, Wet Vpb 1969, voor zover dat verlies verband houdt met de gevolgen van de coronacrisis. Dat is bijvoorbeeld het geval voor zover sprake is van een verlies door omzetderving vanwege de door de overheid genomen coronamaatregelen. 

Het vormen van een coronareserve kan gevolgen hebben voor de toepassing van andere regelingen in de vennootschapsbelasting. Voor de eventuele samenloop met andere regelingen in de vennootschapsbelasting zullen geen flankerende maatregelen worden getroffen, waardoor de reguliere fiscale gevolgen intreden. Het is dus aan de belastingplichtige om bij het vormen van de coronareserve rekening te houden met deze mogelijke gevolgen. 
 
Fraude, misbruik en evident oneigenlijk gebruik zal bij het aantreffen daarvan zoveel mogelijk worden bestreden.

Beroep op goedkeuring

De belastingplichtige die een beroep wil doen op deze goedkeuring kan door middel van een verzoek tot herziening van de voorlopige aanslag of het indienen van de aangifte (een deel van) de eerder verschuldigde vennootschapsbelasting over het boekjaar 2019 verminderen. Als de belastingplichtige reeds aangifte vennootschapsbelasting over het boekjaar 2019 heeft gedaan en gebruik wil maken van deze goedkeuring, kan een aanvulling op de ingediend worden door middel van het indienen van een nieuwe aangifte.

Gebroken boekjaren

Belastingplichtigen die een boekjaar hanteren dat niet gelijk is aan het kalenderjaar, kunnen in het laatste boekjaar dat eindigt in de periode van 1 januari 2019 tot en met 31 maart 2020 een fiscale coronareserve vormen. De reserve wordt in dat geval uiterlijk in het boekjaar na het boekjaar waarin de reserve is gevormd volledig in de winst opgenomen. De voorwaarden voor de goedkeuring zijn overeenkomstig van toepassing.

13 mei 2020
Geplaatst in: Nieuws