De zomerperiode betekent voor veel ondernemers dat er naast tijd voor vakantie ook meer rust is om na te denken over plannen voor de toekomst. Daarbij kan onder andere aan diverse fiscale mogelijkheden voor de korte en voor de langere termijn gedacht worden. In dit artikel stippen we enkele mogelijke fiscale acties aan.
Beleggen en box 3-ontwikkelingen
Vanwege diverse fiscale wijzigingen in de wet en jurisprudentie is het niet altijd duidelijk of het beste privé (in box 3 voor de inkomstenbelasting) of in de B.V. belegd kan worden. Dat kan per situatie anders zijn. Daarbij speelt ook een rol wat voor beleggingen het betreft (effecten, vastgoed, vorderingen, spaartegoeden, etc.) en wat de verwachtingen over het rendement zijn.
Daarbij zijn ook de recente juni-arresten van de Hoge Raad over box 3 van belang. Daarin is bepaald dat box 3-heffing over het wettelijke forfaitaire rendement plaats moet maken als aangetoond kan worden (dus een tegenbewijsregeling) dat het werkelijke rendement over het totale box 3 vermogen lager is dan dat forfaitaire rendement. Vooral voor vastgoedbezitters is daarbij vervelend dat voor de berekening van dat werkelijke rendement geen rekening gehouden wordt met kosten (afgezien van rente op box 3 schulden) en wel met resultaten en waardeveranderingen tijdens het jaar.
Bij de planning van beleggingen is, om het nog ingewikkelder te maken, ook de toekomstige box 3-wetgeving van belang. Vanaf 2027 gaat een nieuw stelsel gelden. Het wetsvoorstel wordt momenteel beoordeeld door de Raad van State. Daarna volgt indiening in en behandeling door de Tweede Kamer. Het voorgestelde stelsel gaat uit van heffing over werkelijke rendementen en lijkt veel op de hierboven genoemde tegenbewijsregeling van de Hoge Raad.
Voor vastgoedbezitters zijn belangrijke gunstige verschillen ten opzichte van die tegenbewijsregeling dat in het voorstel vanaf 2027 wel rekening gehouden zal worden met aftrek van kosten en dat pas bij verkoop een waardeverandering belast zal worden. Uiteraard moet nog wel blijken of die voordelen tijdens de behandeling van het wetsvoorstel ongewijzigd blijven.
Lijfrentestorting en toekomstvoorzieningen
Sinds 2023 kan de aftrekpost lijfrente (premie voor een lijfrentepolis of het meer gebruikelijke storten op een bankspaarrekening of beleggingsspaarrekening) oplopen tot meer dan € 70.000 per jaar. Dat is vooral interessant voor dga’s en ondernemers die weinig of geen pensioen opbouwen. Maar ook particulieren met geringe pensioenopbouw hebben in 2023 veel gebruik gemaakt van de extra aftrekmogelijkheden.
Het is zinvol om het toekomstige verwachte pensioeninkomen te inventariseren (onder andere via mijnpensioenoverzicht.nl). Vervolgens kan bekeken worden tot welk bedrag een lijfrente of een andere storting of beleggingsvorm aantrekkelijk is.
(Gedeeltelijke) bedrijfsopvolging
De zogenaamde bedrijfsopvolgingsregeling (“BOR“) is een populaire mogelijkheid om (ondernemings)vermogen goedkoop over te hevelen naar één of meer van de kinderen. Dat geldt zowel voor IB-ondernemingen als voor aandelen in B.V.’s. Soms wordt gedacht dat het om volledige bedrijfsopvolging moet gaan, maar dat is een vergissing. Het mag ook een gedeelte van het ondernemingsvermogen zijn. Vaak willen de ouders de meerderheid van de zeggenschap houden. Ook dat is mogelijk.
De regels voor de BOR worden per 2025 en 2026 op diverse punten aangepast. Van belang is vooral dat de vrijstelling vanaf 2025 aangepast wordt. Dat is voordelig voor een schenking van ondernemingsvermogen tot ongeveer € 1,9 miljoen, maar nadelig als de waarde hoger is. Het loont dus de moeite vooral bij hogere ondernemingsvermogens te bekijken of het wenselijk en mogelijk is nog dit jaar 2024 gebruik te maken van de BOR. Eerder ondernemingsvermogen overhevelen leidt dan dus tot een mogelijke besparing van schenkbelasting en is verder gunstig voor de opvolgers die dan alvast rendement kunnen gaan genieten over dat vermogen.
(Levens)testament
Denkend aan de toekomst is het ook belangrijk stil te staan bij de gevolgen van ziekte en overlijden.
Via een levenstestament valt te regelen wie welke beslissingen mag nemen wanneer iemand vanwege ziekte niet meer in staat is zelf beslissingen te nemen.
Via een testament valt te regelen wie wat erven na het overlijden en onder welke voorwaarden. Bovendien kan bij vermogenden een gebruikelijk “combitestament” veel erfbelasting besparen en voor flexibiliteit voor de nabestaanden zorgen. Een belastingadviseur of estate planner kan dat voorrekenen en hierover in concrete situaties adviseren.
Het is nuttig in de meestal wat rustige zomerperiode over één of meer van bovenstaande onderwerpen en actiepunten na te denken. Vervolgens kunt u de vragen en wensen die uit dat nadenken voortvloeien, met uw belastingadviseur bespreken om tot concrete planning en acties te komen.
drs. Wim de Kok, Belastingadviseur
26 juni 2024
Geplaatst in:
Blogs