In het voorjaar pleegt het kabinet plannen bekend te maken waarover op Prinsjesdag of al eerder nadere details en wetsvoorstellen volgen. Na zware discussies tussen de coalitiepartijen is op 18 april de Voorjaarsnota 2025 gepresenteerd. Nadat de plannen in wetsvoorstellen zijn gegoten zal er verder over gediscussieerd worden in de Tweede en Eerste Kamer. In dit artikel noemen we enkele opvallende plannen.

Ondernemers inkomstenbelasting

Na eerdere versobering van de zelfstandigenaftrek worden nu twee andere aftrekposten voor ondernemers beperkt.

  1. De stakingsaftrek wordt per 2027 verminderd van € 3.630 naar € 908 en wordt per 2030 volledig afgeschaft.
  2. De meewerkaftrek wordt per 2027 met 75% verminderd en per 2030 helemaal afgeschaft.

Deze wijzigingen zijn niet heel schokkend, maar wel van belang om rekening mee te houden voor wie de komende jaren gebruik wil maken van deze aftrekposten. Er is volgens de plannen nog de tijd tot 2027 om in te spelen op deze wijzigingen.

Werkgevers en werknemers

Voor werkgevers en werknemers komen er een paar versoepelingen van fiscale faciliteiten:

  1. Er komt in 2027 een nieuwe fiscale regeling om medewerkersparticipatie voor start-ups en scale-ups te stimuleren. Nieuw ten opzichte van huidige regelingen is dat een beperkter inkomen (65%) belast zal worden en dat loonbelasting pas verschuldigd is bij verkoop van de aandelen door de werknemers.
  2. De regeling voor fietsen van de zaak wordt versoepeld. Voor fietsen van de zaak die over het algemeen niet thuis worden gestald, vervalt de bijtelling.

BTW-tarief cultuur, sport en media

De verhoging van het btw-tarief voor cultuur, sport en media was na discussies over het Belastingplan eind 2024 uitgesteld en gaat nu definitief niet door. De verhoging van het tarief voor logies lijkt wel door te gaan, maar daarover valt nog wel een flinke lobby en discussie te verwachten.

Verhoging box 3

In eerdere uitgaven van de eSigt (onder ander die van eind januari 2025) zijn de ontwikkelingen met betrekking tot box 3 uitvoerig beschreven. Discussies over het toekomstige nieuwe stelsel vanaf 2028 en over een tijdelijke tegenbewijsregeling voor de jaren tot 2028 lopen nog steeds. Zoals in eerdere artikelen is genoemd komt er in de zomer een digitaal formulier Opgaaf Werkelijk Rendement. Daarmee kan ieder die dat wil per jaar aantonen of het werkelijke rendement in een jaar lager was dan het wettelijke forfaitaire rendement.

Voor beleggers met veel beursaandelen zal waarschijnlijk vooral of uitsluitend het jaar 2022 een mogelijkheid voor beperking of teruggaaf van box 3 bieden, omdat 2022 een slecht beursjaar was. Maar uiteraard kan dat per persoon verschillend zijn en spelen ook de rendementen (inclusief waardestijgingen) van andere vermogensbestanddelen in box 3 een rol.

Ondanks de lopende discussies bevat de Voorjaarsnota 2025 twee plannen die tot een hogere box 3 heffing leiden:

  1. In 2026 en 2027 wordt het forfaitaire rendement op overige bezittingen (niet-bankrekeningen) met 1,78%-punt verhoogd. Voor 2025 is dat forfaitaire rendement voorlopig vastgesteld op 5,88%. Dat wordt als er verder niets verandert dus 7,66% in 2026 en 2027. Het daarover verschuldigde tarief is 36% als dat niet verandert in toekomstige wetsvoorstellen. Tegenbewijs leveren is mogelijk zoals hierboven is genoemd, maar of dat mogelijk en zinvol is zal afhankelijk zijn van de werkelijke rendementen per persoon in 2026 en 2027.
  2. Het heffingvrije vermogen wordt verlaagd van € 57.684 (2025) naar € 51.396 per persoon.

Overige plannen en bekostiging

Er zijn nog diverse andere (fiscale) plannen, waaronder op het gebied van milieu, zowel financieel gunstige als ongunstige plannen. Om deze en andere plannen te bekostigen zijn onder andere de volgende beperkingen bedacht:

  1. In de inkomstenbelasting wordt per 1 januari 2026 de inflatiecorrectie voor 46,2% in plaats van 51% toegepast (de tabelcorrectiefactor). Er wordt hierdoor minder gecorrigeerd voor inflatie in de belastingschijven en de heffingskortingen.
  2. De vermogensgrens voor de zorgtoeslag en kindgebonden budget worden verlaagd zodat minder huishoudens recht hebben op die toeslagen. Voor alleenstaanden komt de grens op € 113.000 te liggen, voor partners op € 150.000.

Zoals gezegd moeten de plannen nog in wetsvoorstellen gegoten worden en zijn we er inmiddels aan gewend dat er nog veel kan veranderen bij de behandeling van de wetsvoorstellen in de Tweede en Eerste Kamer. De komende maanden zal blijken welke plannen doorgezet gaan worden en welke andere wijzigingen nog volgen.

24 april 2025
Geplaatst in: Blogs