Op 28 april 2022 heeft Staatssecretaris Van Rij de Tweede Kamer in een brief laten weten hoe het kabinet het zogenaamde kerstarrest van 24 december 2021 over de box 3-heffing gaat uitvoeren.
Meest zuinige compensatie
Begin dit jaar werd onder andere in de Tweede Kamer gepleit voor het zo breed mogelijk vergoeden van te veel betaalde box 3-heffing. Dat is door de ontwikkelingen daarna anders geworden, met name als gevolg van de oorlog in Oekraïne en extra overheidsuitgaven die daaruit voortvloeien. Daarbij komt dat ontdekt is dat het herstel van box 3 nóg ingewikkelder is dan aanvankelijk gedacht werd. Verlaging van het box 3-inkomen werkt namelijk door naar minimaal tien andere regelingen (toeslagen enzovoorts).
Het is dan ook niet echt een verrassing dat uit de brief van 28 april blijkt dat het kabinet voorlopig zo zuinig mogelijk gaat compenseren. Dat betekent dat de compensatie berekend wordt via de voor het kabinet meest goedkope forfaitaire spaarvariant. Bovendien blijft de compensatie voorlopig beperkt tot degenen die in vorige jaren tijdig bezwaar hebben ingediend tegen de box 3-heffing. Die groep krijg in de periode van 1 juli t/m 4 augustus 2022 bericht van de belastingdienst over herstel van aanslagen over 2017 t/m 2020.
Sinds 24 december openstaande aanslagen 2017 t/m 2020
Dezelfde compensatie gaat het kabinet geven aan alle belastingplichtigen met aanslagen over 2017 t/m 2020 waarvan de bezwaartermijn van 6 weken na dagtekening van de aanslag nog niet verstreken was op 24 december 2021. Die groep gaat vanaf medio september 2022 bericht ontvangen van de belastingdienst.
Er zijn ook nog situaties waarin aangiften 2017 t/m 2020 met een box 3-element zijn ingediend maar nog geen definitieve aanslag is opgelegd. Die aanslagen volgen vanaf medio oktober 2022.
Met een besluit over eventuele compensatie voor wie geen bezwaar heeft gemaakt tegen aanslagen 2017 t/m 2020 wacht het kabinet totdat de Hoge Raad daarover uitspraken heeft gedaan in nieuwe arresten.
Aanslagen 2021 met box 3 element
Veel Nederlanders zonder belast box 3-inkomen hebben inmiddels al een definitieve aanslag 2021 ontvangen na het indienen van de aangifte vanaf maart 2022. De belastingdienst heeft echter gewacht met aanslagen waarin sprake is van belast box 3-inkomen. Die aanslagen gaan vanaf augustus 2022 opgelegd worden. Ook daarin wordt de box 3-heffing berekend volgens de forfaitaire spaarvariant.
Hoe werkt de forfaitaire spaarvariant?
In de gekozen forfaitaire spaarvariant is per jaar een forfaitair percentage vastgesteld voor drie vermogenscategorieën: spaargeld, overige beleggingen en schulden. In de aanslagen over 2021 geldt 0,01% voor spaargeld, 5,69% voor overige beleggingen en 2,46% voor schulden. De compensatie kan niet leiden tot een bijbetaling (negatieve compensatie), maar uit de forfaitaire berekening kan voortvloeien dat geen vermindering ten opzichte van de aangifte met de oude box 3-heffing aan de orde is. Het kerstarrest gaat echter uit van werkelijke rendementen en kan voordeliger zijn dan de forfaitaire spaarvariant.
Voorbeeld
Astrid heeft in haar aangifte 2021 in box 3 aangegeven: € 100.000 spaargeld, € 200.000 overige beleggingen en € 50.000 schuld aan de bank. De aangifte zou leiden tot € 2.387 box 3-heffing. De forfaitaire spaarvariant leidt tot € 2.519 heffing. De vermindering ten opzichte van de aangifte bedraagt echter niet negatief dus de heffing blijft € 2.387. Het kerstarrest zou echter leiden tot nihil box 3-heffing indien het werkelijke rendement op het spaargeld en de beleggingen in 2021 nihil zou zijn geweest.
Nieuwe procedures?
Het bovenstaande voorbeeld laat zien dat nieuwe bezwaarschriften en procedures te verwachten zijn van belastingplichtigen met lage rendementen die door de zuinige forfaitaire spaarvariant toch nog box 3-heffing moeten betalen. Wat nog moet blijken is of de Hoge Raad de forfaitaire spaarvariant wellicht in alle gevallen zal afwijzen omdat de compensatie afwijkt van wat de Hoge Raad toegepaste in het kerstarrest.
Kortom: wordt vervolgd!
drs. Wim de Kok
25 mei 2022
Geplaatst in:
Blogs