De Miljoenennota 2019 en het Belastingplan 2019 zijn gepresenteerd. De regering zet in op het verlagen van lasten op arbeid, het tegengaan van belastingontwijking en -ontduiking, het verbeteren van het Nederlandse vestigingsklimaat en een groener en beter uitvoerbaar belastingstelsel.

Wij zetten hier kort de meest in het oog springende fiscale wijzigingen voor u op een rij.

Let op! De Tweede en Eerste Kamer moeten hier nog over beslissen.

1. Inkomstenbelasting: invoering tweeschijvenstelsel

De inkomstenbelasting (voor mensen jonger dan de AOW-gerechtigde leeftijd) kent vanaf 2021 nog maar twee in plaats van vier belastingschijven. Het basistarief van 37,05% geldt dan tot een inkomen van € 68.507. Daarna geldt het toptarief van 49,5%. De huidige tarieven van 36,55%, 40,85% en 51,95% worden in 2019 verlaagd naar 36,65%, 38,10% en 51,75%.

AOW-gerechtigden krijgen in het vernieuwde stelsel van 2021, net als nu, ook aangepaste tarieven, namelijk 19,15%, 37,05% en 49,5%.

2. Box 2-tarief stijgt minder hard

De inkomstenbelasting in box 2 stijgt voor inkomen uit aanmerkelijkbelangaandelen naar 26,25% in 2020 en 26,9% in 2021. Deze stijging ligt lager dan eerder in het regeerakkoord werd aangekondigd (respectievelijk 27,3% en 28,5%). Het huidige tarief bedraagt 25%.

3. Arbeidskorting

De arbeidskorting wordt de komende jaren stapsgewijs verhoogd naar maximaal € 3.941 in 2021. Vanaf een inkomen van € 36.344 wordt vanaf 2019 de arbeidskorting afgebouwd tot nihil. De verhoging van de arbeidskorting is bedoeld om (meer) werken lonender te maken.

4. Verhoging btw-tarief naar 9%

Per 1 januari 2019 gaat het lage btw-tarief omhoog van 6% naar 9%. Dit btw-tarief geldt bijvoorbeeld voor levensmiddelen, sportbeoefening en recreatie.

5. Toptarief vennootschapsbelasting 22,25%

In het regeerakkoord is door regeringspartijen afgesproken dat het tarief van de vennootschapsbelasting (Vpb) wordt verlaagd. Voor belastbare bedragen (winsten) tot € 200.000 wordt het vennootschapsbelastingtarief verlaagd van 20% naar 19%, in 2020 naar 17,5% en in 2021 naar 16%.

Het tarief op de vennootschapsbelasting voor belastbare bedragen boven de € 200.000 zakt echter niet naar de eerder afgesproken 21%, maar zal maximaal 22,25% bedragen in 2021. In 2019 daalt dit hoogste tarief voor de vennootschapsbelasting naar 24,3%.

6. Verlaging afschrijven bedrijfsonroerendgoed

De afschrijving op onroerend goed in eigen gebruik in de Vpb wordt beperkt. Nu mag nog tot 50% van de WOZ-waarde worden afgeschreven. Per 1 januari 2019 mag niet verder meer worden afgeschreven dan tot 100% van de WOZ-waarde.

Een voorbeeld: stel de WOZ-waarde van een pand is € 1.000.000 en de boekwaarde is € 900.000. In de oude situatie mocht tot 50% van de WOZ-waarde, in dit voorbeeld dus tot € 500.000, worden afgeschreven. In de nieuwe plannen mag niet meer onder de WOZ-waarde worden afgeschreven. In dit voorbeeld is er dus geen afschrijving meer mogelijk.

Let op! Deze maatregel is alleen van toepassing op vennootschapsbelastingplichtigen.

7. Verrekening verliezen in de vennootschapsbelasting beperkt

In 2019 kunnen ontstane verliezen in de vennootschapsbelasting in plaats van negen jaar nog maar zes jaar voorwaarts met winsten verrekend worden. Verliezen die zijn ontstaan voor het boekjaar 2019 kunnen nog steeds negen jaar voorwaarts met positieve resultaten verrekend worden.

8. Afschaffing dividendbelasting en invoering bronbelasting

Ondanks de vele ophef wordt de dividendbelasting per 1 januari 2020 afgeschaft. De voornaamste reden voor afschaffing is het creëren van een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor internationale bedrijven.

Invoering van een bronbelasting op dividenden moet er vanaf 1 januari 2020 voor zorgen dat belastingontwijking wordt voorkomen. Hierdoor zullen dividenduitkeringen binnen concernverband aan lichamen die in laagbelastende landen zijn gevestigd worden belast. Hetzelfde geldt bij misbruik, zo staat in de Miljoenennota.

Vanaf 1 januari 2021 zal ook een bronbelasting op interest en royalty's van kracht worden.

9. 7% bijtelling op fiets van de zaak

De huidige regeling voor vaststelling van het privégebruik van een fiets van de zaak wordt vereenvoudigd door per 1 januari 2020 een bijtelling op basis van een vast percentage in te voeren. Deze bijtelling bedraagt 7% van de door de fabrikant vastgestelde consumentenadviesprijs.

10. Maximale looptijd 30%-regeling verkort

Per 1 januari 2019 wordt de looptijd van de 30%-regeling voor werknemers uit het buitenland verkort van acht naar vijf jaar. Er is geen overgangsrecht, waardoor de looptijd van alle lopende regelingen ook met drie jaar worden ingekort. Alle huidige beschikkingen die geldig zijn tot en met 1 januari 2022, vervallen per 1 januari 2019. Hiermee vervalt ook de voordelige keuzeregeling voor de partiële buitenlandse belastingplicht voor deze werknemers per 1 januari 2019.

19 september 2018
Geplaatst in: Nieuws, Prinsjesdag