De minister van Financiën heeft de Miljoenennota gepresenteerd en het Belastingplan 2019 is bekend. Welke voorstellen bevat het pakket Belastingplan 2019? Wat heeft dat voor gevolgen? We zetten de maatregelen per onderdeel voor u op een rij.

Het lage btw-tarief gaat omhoog

Het lage btw-tarief gaat per 1 januari 2019 omhoog van 6% naar 9%. Dit betekent dat veel dagelijkse boodschappen, de kapper, kunst en werkzaamheden aan de woning duurder worden. De verhoging heeft ook gevolgen voor u als ondernemer, zoals:

aanpassing van de boekhoudsoftware/administratie aanpassing van de prijzen rekening houden met de tariefsverhoging in offertes voor prestaties die worden verricht in 2019 en die niet worden vooruitbetaald in 2018 u hoeft voorgefactureerde omzet niet toe te passen aan deze verhoging

Tip:Kunt u de btw niet of niet geheel als voorbelasting aftrekken? Betaal alvast in 2018 (factuur 2018) voor een prestatie die in 2019 gaat plaatsvinden (onder het 9% btw-tarief). Op deze manier kunt u maximaal 3% btw besparen.

Modernisering van de kleineondernemersregeling (KOR)

De kleineondernemersregeling (KOR) wordt vanaf 1 januari 2020 gemoderniseerd. De huidige KOR  geldt als het te betalen btw-bedrag lager is dan € 1.883 op jaarbasis en is alleen toegankelijk voor ondernemers die natuurlijke personen zijn, zoals eenmanszaken.

De nieuwe kleineondernemersregeling houdt in dat alle ondernemers met een omzet van maximaal € 20.000 vanaf 2020 kunnen kiezen voor een vrijstelling van omzetbelasting. Dit betekent dat zij geen btw in rekening brengen aan afnemers en ook geen bijbehorende administratieve verplichtingen hebben. Dat heeft ook tot gevolg dat over de ontvangen facturen geen btw in aftrek gebracht mag worden. De nieuwe regeling gaat ook gelden voor niet-natuurlijke personen, zoals verenigingen, stichtingen en bv’s.

Deze regeling geldt uitsluitend voor de verrichte goederenleveringen en diensten in Nederland.

Let op! Is er sprake van verlegde btw, dan kan wel btw verschuldigd zijn en gelden ook de bijbehorende administratieve verplichtingen. In voorkomende gevallen adviseren wij u om contact met ons op te nemen.

Verruiming sportvrijstelling

De btw-sportvrijstelling wordt vanaf 1 januari 2019 verruimd. De vrijstelling voor sportbeoefeningsdiensten verricht door niet-winstbeogende instellingen aan hun leden, gaat ook gelden voor niet-leden. In veel gevallen zal het niet meer mogelijk zijn om sportaccommodaties btw-belast te exploiteren.

Als gevolg hiervan kunnen clubs de btw op kosten van en investeringen in sportaccommodaties niet meer aftrekken. Dat betekent dat de btw een kostenpost wordt. Het kabinet is van plan om op 1 januari 2019 een subsidieregeling in werking te laten treden voor de ontwikkeling, het onderhoud en de instandhouding van sportaccommodaties.

Btw-richtlijn voor e-commerce

De EU-Richtlijn elektronische handel is met name gericht op de modernisering en vereenvoudiging van de heffing en inning van btw op grensoverschrijdende internetverkopen aan particulieren. Een klein deel van deze richtlijn moet met ingang van 1 januari 2019 worden geïmplementeerd. Er volgen nog meer wijzigingen tot en met 2021.

Ondernemers die in maar één lidstaat zijn gevestigd, zijn voor de verkoop van grensoverschrijdende digitale diensten aan consumenten binnen de EU voortaan de btw in de eigen lidstaat verschuldigd tegen het daar geldende tarief. Dit geldt echter alleen indien de totale grensoverschrijdende omzet van de ondernemer voor deze diensten onder een jaarlijkse drempel van € 10.000 blijft. Overigens kunnen ondernemers met een grensoverschrijdende omzet van minder dan € 10.000 er ook voor kiezen om de btw in de lidstaat van de consument te blijven voldoen.

Het is van belang tijdig te onderzoeken wat de gevolgen kunnen zijn voor uw onderneming. Neem contact op met fiscalist Peter Kranendonk.

De voorstellen moeten nog worden geaccordeerd door de Tweede en Eerste Kamer en kunnen dus nog wijzigen.

20 september 2018
Geplaatst in: Nieuws, Prinsjesdag