De minister van Financiën heeft de Miljoenennota gepresenteerd en het Belastingplan 2019 is bekend. Welke voorstellen bevat het pakket Belastingplan 2019? Wat heeft dat voor gevolgen? We zetten de maatregelen per onderdeel voor u op een rij.
7% bijtelling op fiets van de zaak per 1 januari 2020
Een werkgever kan een werknemer een fiets van de zaak ter beschikking stellen. Het privégebruik van de fiets wordt daarbij belast. Het kabinet heeft besloten de huidige regeling voor vaststelling van dit privégebruik te vereenvoudigen, door per 1 januari 2020 een bijtelling op basis van een vast percentage in te voeren. De bijtelling bedraagt 7% van de door de fabrikant vastgestelde consumentenadviesprijs.
Let op! Woon-werkverkeer geldt voor toepassing van deze regeling ook als privégebruik. Ook wanneer een werknemer de fiets alleen gebruikt voor het reizen van en naar het werk, is de bijtelling van toepassing.
De bijtelling privégebruik fiets is toepasbaar op verschillende soorten fietsen, zoals (elektrische) stadsfietsen, bakfietsen en zogenoemde speed pedelecs (rijwielen met elektrische trapondersteuning en bromfietskenteken).
Voorbeeld
Een werkgever schaft voor een werknemer, die op jaarbasis € 35.000 verdient, een elektrische fiets aan van € 2.000. De jaarlijkse bijtelling bedraagt 7% van de consumentenprijs, oftewel € 140. De bijtelling leidt bij de werknemer tot een belastingheffing van € 58 per jaar, omgerekend minder dan € 5 per maand.
De in rekening gebrachte btw over de aankoopprijs van de fiets kan tot een aankoopprijs van € 749 inclusief btw volledig worden afgetrokken. Het deel dat boven het maximale bedrag uitkomt, is niet aftrekbaar.
Tip: De bijtelling privégebruik fiets is eveneens beschikbaar voor ondernemers en resultaatgenieters die de fiets zelf gebruiken.
Invoering ‘Tesla-taks’ per 1 januari 2019
De bijtelling privégebruik voor volledig elektrische auto’s bedraagt momenteel 4% van de cataloguswaarde van de ter beschikking gestelde auto van de zaak. Vanaf 1 januari 2019 geldt dit lage bijtellingspercentage slechts tot een bedrag van € 50.000. Over het deel van de cataloguswaarde dat boven de € 50.000 uitkomt, wordt het reguliere bijtellingspercentage van 22% gehanteerd.
Voorbeeld
Wanneer de eerste tenaamstelling van een Tesla Model S met een cataloguswaarde van € 120.000 in 2018 plaatsvindt, bedraagt de maandelijkse bijtelling € 400. Wanneer deze auto pas in 2019 te naam wordt gesteld, is de maandelijkse bijtelling over dezelfde auto € 1.450.
Het bijtellingspercentage staat voor vijf jaar vast, gerekend vanaf de eerste dag van de maand volgend op de eerste ingebruikname.
Tip: Wanneer u het voornemen heeft om een elektrische auto met een cataloguswaarde van meer dan € 50.000 aan te schaffen, zorg er dan voor dat de eerste tenaamstelling van de auto nog in 2018 plaatsvindt. Daarmee stelt u de toepassing van het lage bijtellingspercentage over de volledige cataloguswaarde van de auto voor vijf jaar veilig.
Afschaffing teruggaafregeling BPM voor taxi’s en openbaar vervoer
Momenteel wordt op aanvraag een teruggaaf van BPM verleend voor personenauto’s die geheel of nagenoeg geheel worden gebruikt voor openbaar vervoer of taxivervoer. Volgens het kabinet ervaart deze groep geen financiële prikkel tot aanschaf van milieuvriendelijke auto’s. Daarom is besloten deze regeling met ingang van 1 januari 2020 af te schaffen.
Tip: Voor gevallen waarin de aanspraak op teruggaaf van BPM uiterlijk 31 december 2019 is ontstaan, geldt dat de bestaande teruggaafmogelijkheid wordt gerespecteerd. Dit betekent dat wanneer de volledige aanvraag voor teruggaaf tijdig is ingediend, er nog gebruik kan worden gemaakt van de bestaande regeling.
De afschaffing van de teruggaafregeling BPM beperkt zich tot bovengenoemde gevallen. De bestaande teruggaafregelingen ten aanzien van andere voertuigen, zoals auto’s voor groepsvervoer van rolstoelgebruikers of auto’s bestemd voor export, blijven bestaan.
Let op! De hoogte van de BPM is afhankelijk van de CO2-uitstoot. Wanneer een personenauto, bestelauto, kampeerauto of motor een CO2-uitstoot heeft van 0 gram per kilometer is geen BPM verschuldigd. Dit geldt dus ook voor vervoermiddelen die worden gebruikt voor taxivervoer.
Verhoging belasting zeer vervuilende vrachtauto’s (Eurovignet)
De belasting zware motorrijtuigen (BZM) wordt per 1 juli 2019 verhoogd voor de meer vervuilende vrachtauto’s. Deze maatregel treedt in werking in alle zogenoemde Eurovignet-landen (Nederland, Luxemburg, Denemarken en Zweden) en in België.
Door de maatregel worden voertuigen met een hogere uitstoot zwaarder belast. In de onderstaande tabellen zijn de nieuwe tarieven voor de verschillende EURO-categorieën vrachtauto’s opgenomen, voor een tijdvak van één jaar. Vrachtauto’s die in een lagere EURO-categorie vallen, hebben een hogere uitstoot.
Hoogte BZM-tarieven (jaarvignet) vrachtauto’s met drie assen of minder per EURO-categorie
Categorie |
Huidig tarief |
Tarief per 1/7/2019 |
Tarief per 1/1/2020 |
EURO 0 |
€ 960 |
€ 1.407 |
€ 1.407 |
EURO I |
€ 850 |
€ 1.223 |
€ 1.223 |
EURO II |
€ 750 |
€ 1.065 |
€ 1.065 |
EURO III |
€ 750 |
€ 926 |
€ 926 |
EURO IV |
€ 750 |
€ 842 |
€ 842 |
EURO V |
€ 750 |
€ 750 |
€ 796 |
EURO VI of schoner |
€ 750 |
€ 750 |
€ 750 |
Hoogte BZM-tarieven (jaarvignet) vrachtauto’s met vier assen of meer per EURO-categorie
Categorie |
Huidig tarief |
Tarief per 1/7/2019 |
Tarief per 1/1/2020 |
EURO 0 |
€ 1.550 |
€ 2.359 |
€ 2.359 |
EURO I |
€ 1.400 |
€ 2.042 |
€ 2.042 |
EURO II |
€ 1.250 |
€ 1.776 |
€ 1.776 |
EURO III |
€ 1.250 |
€ 1.543 |
€ 1.543 |
EURO IV |
€ 1.250 |
€ 1.404 |
€ 1.404 |
EURO V |
€ 1.250 |
€ 1.250 |
€ 1.327 |
EURO VI of schoner |
€ 1.250 |
€ 1.250 |
€ 1.250 |
Let op! De verhoging van de BZM is de Nederlandse uitvoering van de wijzigingen in het Eurovignetverdrag. Wanneer deze wijzigingen op 31 mei 2019 niet door alle vijf bovengenoemde landen in hun nationale wetgeving zijn vastgelegd, treden de nieuwe tarieven op zijn vroegst per 1 januari 2020 in werking.
Wijzigingen energiebelasting: van elektriciteit naar aardgas
Om de vervanging van aardgas door elektriciteit aantrekkelijker te maken, voert het kabinet met ingang van 1 januari 2019 een wijziging door in de energiebelasting. Het reguliere tarief van de eerste schijf voor aardgas wordt verhoogd met € 0,03 per m3. Voor de glastuinbouw stijgt het tarief van de eerste schijf voor aardgas met € 0,00482 per m3. Het tarief van de eerste schijf voor elektriciteit wordt verlaagd met € 0,0072 per kWh.
Compensatie lage inkomens
Daarnaast besluit het kabinet de vaste belastingvermindering in de energiebelasting per aansluiting met € 51 te verlagen, van € 308,54 naar € 257,54. Met de opbrengsten van deze wijziging wil het kabinet huishoudens met lage inkomens voor de hoge energiebelasting gaan compenseren.
De voorstellen moeten nog worden geaccordeerd door de Tweede en Eerste Kamer en kunnen dus nog wijzigen.
Heeft u vragen naar aanleiding van de wijzigingen? Neem contact op met fiscalist Peter Kranendonk.
20 september 2018
Geplaatst in:
Nieuws,
Prinsjesdag