Renteaftrek op vreemd vermogen vanaf 2019 verder beperkt

Op Prinsjesdag heeft het kabinet een wetsvoorstel ingediend waarmee de aftrek van rente in de vennootschapsbelasting verder wordt beperkt. Bedrijven met rentelasten van meer dan 1 miljoen euro per jaar kunnen tegen deze nieuwe renteaftrekbeperking aanlopen. Dit kan MKB-bedrijven met hoge rentelasten dus ook treffen. Deze aanpassing treedt per 1 januari 2019 in werking en is afkomstig uit Europese regelgeving.

Renteaftrekbeperkingen   

De vergoeding over vreemd vermogen (rente) is in de vennootschapsbelasting in principe aftrekbaar bij het bepalen van de fiscale winst. De aftrek van rente wordt in sommige (specifieke) situaties echter beperkt. Vanaf 1 januari 2019 wordt een nieuwe renteaftrekbeperking ingevoerd: de ‘earningsstrippingmaatregel’. Deze geldt niet in een specifieke situatie, maar heeft een algemeen karakter.

Nieuwe renteaftrekbeperking

In het kort werkt deze nieuwe regeling als volgt. Per jaar moet worden berekend wat het saldo is van de betaalde rente (rentelasten) en de ontvangen rente (rentebaten). Dit vormt het zogenoemde rentesaldo. Als de rentelasten hoger zijn dan de rentebaten is sprake van overtollige rentelasten. Bij de berekening van het rentesaldo gaat het om alle rente die betaald en ontvangen wordt. Bankleningen vallen dus ook onder de regeling.

Om te bepalen hoeveel rente in aftrek mag worden gebracht, moet worden berekend hoe hoog het fiscale brutobedrijfsresultaat is (ook wel de fiscale ebitda genoemd: de earnings before interest, taxes, depreciation and amortisation). De overtollige rentelasten mogen slechts tot een bedrag dat gelijk staat aan 30 procent van het fiscale brutobedrijfsresultaat in aftrek worden gebracht. Zijn de overtollige rentelasten hoger dan 30 procent van het fiscale brutobedrijfsresultaat, dan is het meerdere niet meer aftrekbaar. Er geldt wel een drempel: de eerste 1 miljoen euro aan overtollige rentelasten is altijd aftrekbaar. Het grootste deel van de MKB-bedrijven zal daarom niet snel tegen deze renteaftrekbeperking aanlopen.

Voorbeeld: Stel dat een bedrijf in 2019 2 miljoen euro aan rente betaald. Dit bedrijf ontvangt geen rente. Het fiscale brutobedrijfsresultaat bedraagt 10 miljoen euro.

De uitwerking is dan als volgt. De overtollige rentelasten vormen 2 miljoen euro en 30 procent van het fiscale brutobedrijfsresultaat bedraagt 3 miljoen euro. Omdat de overtollige rentelasten lager dan zijn 3 miljoen, is de rente volledig aftrekbaar. Stel dat de overtollige rentelasten 5 miljoen euro zijn (in plaats van 2 miljoen euro), dan is de rente beperkt aftrekbaar: 3 miljoen euro is aftrekbaar, 2 miljoen is niet-aftrekbaar.

Bijzonderheden

Het deel van de rente dat niet-aftrekbaar is op grond van deze nieuwe regeling kan onbeperkt naar volgende jaren worden doorgeschoven. Daarnaast blijven enkele bijzondere renteaftrekbeperkingen gelden, waardoor de aftrekbaarheid van rente op meerdere manieren kan worden beperkt.

Wat ook opvalt is dat Nederland bij de implementatie van deze Europese regels verder gaat dan noodzakelijk is. Op grond van de Europese regels is het voor EU-lidstaten mogelijk om een hogere drempel in te voeren van 3 miljoen euro. Nederland heeft daar bewust niet voor gekozen.

Kortom

Rente op schulden blijft in ieder geval aftrekbaar zolang het rentesaldo niet hoger is dan 1 miljoen euro of voor zover het rentesaldo lager is dan 30% van het fiscale brutobedrijfsresultaat. Lansigt helpt u graag verder met inzichtelijk maken of uw bedrijf ook met deze nieuwe algemene renteaftrekbeperking in de vennootschapsbelasting te maken krijgt.

Heeft u vragen? Neem contact op met één van onze belastingadviseurs, zij helpen u graag verder.