Op 24 december 2021 oordeelde de Hoge Raad over Box 3 dat de Belastingdienst slechts belasting mag heffen over het rendement dat werkelijk genoten is. Hierop zijn de regels aangepast. In juni 2024 oordeelde de Hoge Raad dat ook deze nieuwe regels nog niet conform de Europese wetgeving zijn. Belastingplichtigen hebben dus recht op rechtsherstel. 

Op Prinsjesdag lichtte de staatssecretaris toe hoe hij dit rechtsherstel wil vormgeven: via een tegenbewijsregeling. In deze blog leest u hoe deze regeling wordt vormgegeven. En of u op tijd in actie moet komen. 

Werkelijk rendement 

Stel, uw Box 3-vermogen bestond in 2022 uit spaartegoeden, een aanzienlijke aandelenportefeuille en een vordering op uw zoon. Volgens de toen geldende regels, moest u uitgaan van een (fictief) rendement van zo’n 5% op zowel de aandelenportefeuille als de vordering. Over dit fictieve rendement werd belasting geheven.  

Maar in werkelijkheid is uw aandelenportefeuille in 2022 wellicht gedaald, en ontving u op de vordering slechts 2% rente. In dit geval is uw werkelijke rendement veel lager dan het rendement dat in de aangifte 2022 is berekend. U kunt dan gebruikmaken van de tegenbewijsregeling. 

Uiteraard kan het ook zo zijn dat uw werkelijke rendement juist hoger is dan het fictieve rendement. In dat geval zult u geen hogere aanslag krijgen: de voor u voordeligste optie wordt geldt.   

Het is daarbij goed om te bedenken dat de tegenbewijsregeling op het volledige box 3-vermogen ziet. Denkbaar is dat de werkelijke rente op vorderingen weliswaar lager is, maar meer dan gecompenseerd wordt door waardestijging van de aandelenportefeuille. Dan levert de tegenbewijsregeling niets op. 

Tegenbewijsregeling 

De Belastingdienst zal enig voorwerk doen, maar u zult zelf in actie moeten komen om de aanslagen te laten verminderen. Of u gebruik kunt maken van de tegenbewijsregeling, is afhankelijk van het belastingjaar. De Staatssecretaris maakt onderscheid tussen drie periodes: 

  • Belastingjaren 2021 en later; 
  • Belastingjaren 2019 en 2020; 
  • Belastingjaren 2017 en 2018. 

Belastingjaren 2021 en later 

Voor de belastingjaren 2021 en later mag iedereen gebruikmaken van de tegenbewijsregeling.  

Tussen half oktober en begin november, zult u hierover nader geïnformeerd worden door de Belastingdienst. In de informatiebrief zal verwezen worden naar het formulier “opgaaf werkelijk rendement” (OWR-formulier), dat u dient in te vullen. Dit formulier komt naar verwachting in juni 2025 beschikbaar.  

Belastingjaren 2019 en 2020 

Voor de belastingjaren 2019 en 2020 mogen alleen de volgende personen meedoen met de tegenbewijsregeling: 

  • belastingplichtigen met een definitieve aanslag die op 21 december 2021 nog niet onherroepelijk vaststond of daarna ontvangen is én;  

  • die een verzoek tot ambtshalve vermindering hebben gedaan of dit uiterlijk voor het einde van 2024 (voor het belastingjaar 2019) of voor het einde van 2025 (voor het belastingjaar 2020) nog doen. 

De Staatssecretaris heeft toegezegd dat de Belastingdienst deze groep mensen eveneens vooraf zal informeren over hun rechten.  

Met ‘onherroepelijk vaststaan’ wordt bedoeld dat de bezwaartermijn van 6 weken verstreken is. Aanslagen vanaf medio november 2021 kunnen dus nog mee in de tegenbewijsregeling. 

Belastingjaren 2017 en 2018 

Voor de belastingjaren 2017 en 2018 kunt u alleen tegenbewijs leveren als u eerder op tijd bezwaar gemaakt heeft tegen deze aanslagen. 

Acties 

Heeft u aanslagen Inkomstenbelasting uit 2019 (en 2020) die mogelijk te hoog zijn? Stuur de belastingdienst dan nog dit jaar een verzoek om mee te mogen doen aan de tegenbewijsregeling. Wij raden aan om eerst de informatie van de belastingdienst af te wachten, die u eind dit jaar zult ontvangen.   

Voor de aanslagen uit 2021 en later, is op dit moment geen actie vereist.  

Vervolg 

In de tussentijd zal er steeds meer duidelijkheid komen over de exacte berekening van het werkelijke rendement in verschillende situaties. Op dit moment woedt er nog een levendige discussie over vastgoed in Box 3, bijvoorbeeld over aftrekbaarheid van gemaakte kosten, aan- of verkoop gedurende een jaar en een eventuele (fictieve) bijtelling bij een tweede woning. Dit alles zou zomaar tot vertraging van het OWR-formulier kunnen leiden. 

Wij blijven het op de voet volgen! 
Meer lezen over Prinsjesdag

26 september 2024
Geplaatst in: Nieuws, Blogs, Prinsjesdag