Wat kunt u als ondernemer fiscaal dit jaar nog regelen? In dit artikel leest u meer tips voor ondernemers in de belastingplichtigen.

1. Speel in op aftrekbeperking box 1

Het tarief van de eerste schijf in box 1 daalt volgend jaar van 37,07% thans naar 36,93%. De meeste aftrekposten kunnen 
dan slechts tegen dit tarief worden verrekend en gaan volgend jaar minder voordeel opleveren. Dit geldt als uw inkomen 
meer dan € 73.031 bedraagt en u aftrekposten (deels) tegen het hoogste tarief kunt aftrekken. Dit jaar kan dat nog tegen 
40%. In 2023 komen aftrekposten in aftrek tegen maximaal 36,93%. 

Tip! U kunt hierop inspelen door aftrekposten zo veel mogelijk in de tijd naar voren te halen. Een gift 
van bijvoorbeeld € 10.000 aan een ANBI levert u tegen het maximumtarief nu in beginsel nog een 
maximaal fiscaal voordeel op van € 4.000. In 2023 levert dezelfde gift u nog maar een maximaal 
voordeel op van € 3.693.

Voordeel aftrekpost €10.000

Jaar Tarief Voordeel
2021 43% €4.300
2022 40% €4.000
2023 36,93% €3.693


Naast aftrekposten voor ondernemers gaat het om uitgaven voor onderhoudsverplichtingen (partneralimentatie), uitgaven 
voor specifieke zorgkosten, weekenduitgaven voor gehandicapten, aftrekbare giften, het restant persoonsgebonden 
aftrek van voorgaande jaren en verliezen op beleggingen in durfkapitaal. Voor zover mogelijk kan het verstandig zijn deze 
aftrekposten naar voren te halen.

2. Voorkom dat heffingskortingen verloren gaan

Vanaf 2023 krijgt een belastingplichtige met weinig inkomen de algemene heffingskorting, de arbeidskorting en de 
inkomensafhankelijke combinatiekorting niet meer gedeeltelijk uitbetaald, ook niet als de fiscale partner voldoende belasting 
betaalt. Dit jaar kunt u nog 6,67% van de kortingen uitbetaald krijgen, op voorwaarde dat uw fiscale partner wel voldoende 
belasting betaalt. Degenen die vóór 1 januari 1963 geboren zijn, hebben nog wel recht op uitbetaling van de algemene 
heffingskorting, mits de partner voldoende belasting betaalt. Voor die groep geldt echter ook dat geen recht bestaat op 
uitbetaling van de arbeidskorting en de inkomensafhankelijke combinatiekorting.


Hoe kunt u het verlies aan heffingskortingen voorkomen? Heeft uw partner geen of onvoldoende eigen inkomsten, maar 
beschikt u samen met uw partner over belastbaar vermogen, dan kunt u hiermee het verlies aan heffingskortingen (deels) 
voorkomen. U doet dit door in de aangifte het vermogen geheel of gedeeltelijk aan de partner zonder of met weinig eigen 
inkomsten toe te rekenen. Dit vermogen wordt namelijk belast in box 3, zodat uw partner toch over inkomsten beschikt.  
De heffingskortingen verminderen dan de belasting die wordt berekend over de box 3­inkomsten.

3. Overweeg afkoop van uw alimentatieverplichting

Heeft u een alimentatieverplichting aan uw ex­echtgenoot of ex­partner, dan zijn de betalingen nu nog aftrekbaar tegen 
een tarief van maximaal 40%. U kunt in gezamenlijk overleg met uw ex besluiten deze verplichting af te kopen. U voorkomt 
hiermee dat u door de aftrekbeperking in 2023 netto meer alimentatie betaalt. Bovendien neemt uw vermogen af, waardoor 
u mogelijk minder belasting in box 3 betaalt.


De afkoop kan betekenen dat uw ex meer belasting over de afkoopsom betaalt dan wanneer hij of zij jaarlijks alimentatie 
ontvangt. Dit kan deels voorkomen worden via middeling of door de afkoopsom in een lijfrentepolis te storten. Uw ex 
ontvangt uit de lijfrentepolis periodieke uitkeringen die geleidelijk worden belast.


De middelingsregeling wordt per 2023 afgeschaft, maar kan nog wel over de jaren 2022, 2023 en 2024 worden toegepast. 
Met middeling kunnen pieken in inkomen uit werk en woning (box 1) worden gemiddeld. Dat betekent dat de inkomens 
uit drie opeenvolgende jaren worden opgeteld en over drie jaar worden verdeeld. De belasting wordt dan herrekend alsof 
het inkomen zo gelijkmatig was verdeeld. Als er dan minder inkomstenbelasting is verschuldigd, wordt het verschil met 
de werkelijk betaalde belasting uitbetaalt. Hierbij geldt nog wel een drempel van € 545 die niet wordt uitbetaald. Een 
belastingplichtige moet wel een verzoek hiervoor doen, de Belastingdienst past dat niet automatisch toe. 

Let op! De afkoop van de alimentatieverplichting heeft voor u en/of uw ex­partner ook gevolgen voor de 
belastingheffing in box 3, voor de verschuldigde premie Zorgverzekeringswet (Zvw) en voor eventuele 
toeslagen. Schakel daarom een deskundige in om te berekenen of de afkoop fiscale voordelen oplevert en 
wat een redelijke verdeling hiervan is tussen uw ex en uzelf.

4. Cluster uw zorgkosten 

Zorgkosten zijn onder voorwaarden aftrekbaar. Er geldt wel een drempel, die afhankelijk is van de hoogte van uw inkomen. 
Hoe hoger uw inkomen, hoe hoger de drempel. Alleen zorgkosten die boven de drempel uitstijgen, zijn aftrekbaar.
Het is daarom aantrekkelijk zorgkosten zo mogelijk binnen een jaar te clusteren. Koopt u bijvoorbeeld in 2022 een nieuw 
gehoorapparaat en laat u in 2023 uw gebit renoveren, dan heeft u in beide jaren te maken met de drempel. Dit levert meestal 
minder aftrek op dan wanneer u beide uitgaven in één jaar doet. Het betalingsmoment is beslissend voor het jaar van aftrek.

Tip! Houd er ook rekening mee dat door de beperking van de maximale aftrek deze bij een inkomen 
boven € 73.031vanaf 2023 minder oplevert. Haal zorgkosten dus zo mogelijk naar voren. 
Zorgkosten zijn nu nog aftrekbaar tegen maximaal 40% indien u een box 1- inkomen van meer dan 
€ 69.398 heeft. Vanaf 2023 levert de aftrek van zorgkosten nog maar een fiscaal voordeel op van 
maximaal 36,93%.

5. Koop nog dit jaar een lijfrente 

Koop nog dit jaar een lijfrente of stort een bedrag op uw lijfrentespaarrekening of lijfrentebeleggingsrecht en creëer daarmee 
een extra aftrekpost. De betaalde bedragen zijn alleen aftrekbaar als sprake is van onvoldoende pensioenopbouw. Aan het 
begin van het jaar mag u nog niet de AOW­gerechtigde leeftijd bereikt hebben. Het pensioenopbouwtekort wordt bepaald 
aan de hand van de jaar­ en reserveringsruimte. U kunt deze ruimte berekenen op de site van de Belastingdienst  
www.belastingdienst.nl). Als u voldoet aan de voorwaarden voor aftrek, kunt u de premie in 2022 aftrekken tegen maximaal 
49,5%. Lijfrentes blijven ook de komende jaren gewoon aftrekbaar tegen het tabeltarief. Als u nu de premie kunt aftrekken 
tegen 49,5% en zijn de uitkeringen vanwege een daling van uw inkomen te zijner tijd belast tegen 36,93%, dan bedraagt het
tariefvoordeel 12,57%­-punt.

Tip! Zorg dat u de lijfrentepremies in 2022 betaalt! Alleen dan kunt u deze nog in aftrek brengen in uw 
aangifte inkomstenbelasting 2022. Bovendien betaalt u minder belasting in box 3 als de onttrokken 
financiële middelen bestonden uit beleggingen.  
Let op! De betaalde lijfrentepremie vermindert de te betalen belasting, maar niet de te betalen premie Zvw. Over de 
lijfrente­uitkering betaalt u bij ontvangst wel premie Zvw. Dit betekent een dubbele heffing, voor zover uw 
inkomen bij uitbetaling van de lijfrentetermijnen onder de Zvw­premiegrens valt en u nu de Zvw­premiegrens 
nog niet heeft bereikt. Hierdoor wordt het nettorendement van de lijfrente kleiner.

Bepaalde heffingskortingen zijn inkomensafhankelijk. Zo is uw algemene heffingskorting mogelijk hoger door de aftrek van 
een lijfrentepremie. Boven een inkomen van € 73.031 heeft de lijfrentepremieaftrek in 2022 geen effect meer op de algemene
heffingskorting.  

6. Cluster uw giften of schenk periodiek

Giften aan goede doelen zijn onder voorwaarden aftrekbaar. Ook voor giften geldt een drempel. Alleen het bedrag aan giften
boven deze drempel is aftrekbaar. De drempel bedraagt 1% van uw verzamelinkomen vóór aftrek van persoonsgebonden 
aftrekposten, met een minimum van € 60. Voor giften geldt ook een plafond (maximum) van 10% van het verzamelinkomen 
vóór aftrek van persoonsgebonden aftrekposten.

Tip! U kunt giften over meerdere jaren beter clusteren, zodat u maar één jaar met de drempel te maken 
heeft. Komt u met uw giften boven het plafond van 10% van uw inkomen uit, dan is het juist beter 
uw giften over meerdere jaren te spreiden.
Tip! Houd er ook rekening mee dat door een beperking van de maximale aftrek de giftenaftrek bij 
eenzelfde inkomen vanaf 2023 minder oplevert. Haal aftrekbare giften dus zo mogelijk naar voren. 
Vanaf 2023 levert een gift immers nog maar een fiscaal voordeel op van maximaal 36,93%.

Periodieke giften zijn giften aan goede doelen (meestal ook aan verenigingen met minimaal 25 leden) in de vorm van vaste en 
gelijkmatige periodieke betalingen die uiterlijk eindigen bij overlijden. Deze giften kunt u aftrekken als u gebruikmaakt van een 
notariële of onderhandse akte van schenking. Hierin moet zijn aangegeven dat de gift over een periode van minstens vijf jaar 
wordt verstrekt. Voor periodieke giften geldt geen drempel en ook geen plafond. Stelt u een onderhandse akte op, dan geldt 
wel een aantal eisen. Een dergelijke akte kunt u downloaden vanaf de site van de Belastingdienst (www.belastingdienst.nl), 
zoekterm ‘overeenkomst periodieke giften’.

Tip! Schenk periodiek als u geen last wilt hebben van de drempel of het plafond. Bereken wel of het 
inspelen op het plafond en de drempel door periodiek te schenken, opweegt tegen het nadeel dat 
uw schenking over een langere periode wordt uitgesmeerd en vanwege de dalende tarieven minder 
oplevert. Vanaf 2023 levert een gift immers nog maar een fiscaal voordeel op van maximaal 36,93%. 
Let op! Houd er rekening mee dat de aftrek van periodieke giften per 2023 waarschijnlijk wordt begrensd op  
€ 250.000 per huishouden. Het meerdere levert vanaf 2023 dan dus geen aftrek meer op. Het is echter nog 
niet helemaal duidelijk hoe en voor welke ANBIanbi’s de beperking gaat gelden.
Tip! Als u een bv heeft, kunt u ook namens de bv schenken. De aftrek bedraagt dan ten hoogste 50% 
van de winst, met een maximum van € 100.000. Bij een verliesgevende bv is dus geen aftrek 
mogelijk. Doet u een gift namens de bv en blijkt de bv onvoldoende winst te hebben gemaakt, 
dan wordt het ‘teveel’ aan giften aangemerkt als dividenduitkering en bij u belast. Dit kunt u dan 
vervolgens wel in privé weer aanmerken als gift, rekening houdend met drempel en plafond.

7. Maak uw (klein)kinderen blij met een schenking 

Profiteer ook dit jaar nog van de jaarlijkse schenkvrijstelling in de schenkbelasting. Zo kunt u in 2022 uw kinderen belastingvrij 
€ 5.677 schenken en uw kleinkinderen of derden € 2.274. 

Voor kinderen tussen 18 en 40 jaar geldt voor 2022 een eenmalige verhoging van dit bedrag tot:

Let op! De eenmalige schenking van € 106.671 ten behoeve van de eigen woning wordt in 2023 verlaagd naar 
€ 28.947 en per 2024 afgeschaft. 

Er gelden overgangsregelingen waarmee het gebruik van de schenking voor de eigen woning kan worden opgerekt:

Met bovenstaande regelingen kunt u de komende jaren dus toch nog gebruikmaken van de verhoogde vrijstelling voor 
eigen woningen. Dat is bijvoorbeeld handig indien uw kind nog geen woning heeft gevonden, maar wel voornemens is 
die in 2023 of 2024 te kopen. In dat geval kunt het bedrag dus al wel dit jaar overmaken. U kunt aan de schenking dan 
tevens de ontbindende voorwaarde verbinden dat het bedrag terug moet worden betaald als het niet tijdig wordt besteed 
aan een woning. Handig voor de situatie als uw kind toch geen woning vindt. Als de schenking dan in stand blijft, is alsnog 
schenkbelasting verschuldigd. De ontbindende voorwaarde moet wel worden overeengekomen bij de schenking en moet 
dus later verplicht worden uitgevoerd als de voorwaarde wordt vervuld.

Let op! De vrijstelling van € 106.671 ten behoeve van een eigen woning geldt ook voor andere personen dan de eigen 
kinderen. Houd wel rekening met de voorwaarden van deze schenking. De schenking kan eveneens worden 
toegepast indien het kind ouder is dan 40, maar een partner heeft tussen de 18 en 40 jaar oud.
Tip! Schenkt u nog in 2022, dan vermindert de schenking uw vermogen in box 3, wat bij u tot 
belastingbesparing kan leiden. Dit is alleen het geval als de onttrokken financiële middelen 
bestonden uit beleggingen. Indien de ontvanger van de schenking het bedrag per 1 januari nog niet 
heeft besteed, maakt het wel onderdeel uit van diens box 3-vermogen.

8. Koop waardevolle zaken voor persoonlijk gebruik nog dit jaar 

Alle roerende zaken die u voor persoonlijke doeleinden gebruikt of verbruikt, hoeft u niet op te geven in box 3. Bij roerende 
zaken kunt u denken aan inboedel, een auto, boot of caravan, maar bijvoorbeeld ook aan juwelen of een duur horloge. Bent 
u van plan binnenkort een dure aankoop te doen, dan kan dit een belastingbesparing opleveren in box 3. Dit is het geval als 
de onttrokken financiële middelen bestonden uit beleggingen. Zorg in dat geval dat u deze aanschaf uiterlijk 31 december 
2022 heeft gedaan en betaald. 

9. Koop nu nog een tweede woning

De overdrachtsbelasting voor panden die geen eigen woning (hoofdverblijf) zijn, wordt in 2023 verhoogd van 8% naar 
10,4%. Bent u van plan op korte termijn een vakantiewoning te kopen, doe dat dan nog dit jaar. 

Ook als u een pand wilt aanschaffen om te verhuren, bijvoorbeeld aan uw kinderen, betaalt u 10,4% overdrachtsbelasting. 
Schaf ook een dergelijk pand zo mogelijk nog dit jaar aan. Houd er wel rekening mee dat een verhuurde woning vanaf 2023 
een stuk zwaarder belast wordt in box 3. Dit komt doordat de zogenaamde leegwaarderatio verhoogd wordt. Alleen voor 
woningen die 5% of minder van de WOZ­waarde aan huurinkomsten opleveren, vindt nog een korting plaats ter bepaling 
van de waarde in box 3. Ook mag dan geen sprake zijn van een huurcontract van korter dan twee jaar én mag de huur niet 
onzakelijk laag zijn vanwege bijvoorbeeld familieverhoudingen.

10. Optimaliseer de samenstelling van uw box 3­vermogen

Over de heffing over vermogen, oftewel de box 3­heffing, is de afgelopen periode zeer veel te doen. Doordat de Hoge 
Raad eind 2021 het wettelijk systeem strijdig achtte met Europese regelgeving is er enerzijds herstelwetgeving opgesteld 
en anderzijds een overbruggingswet voorgesteld. Vanaf 2026 moet er dan heffing over het werkelijk rendement gaan 
plaatsvinden.

De overbruggingswet is van toepassing vanaf 2023. Omdat de peildatum van het vermogen op 1 januari ligt, heeft u nog 
slechts kort de tijd om u daarop voor te bereiden. In de overbruggingswet wordt het inkomen nog steeds bepaald aan de 
hand van fictieve rendementen. Hierbij wordt uitgegaan van de werkelijke samenstelling van iemands vermogen verdeeld 
over drie verschillende categorieën De volgende fictieve rendementen gelden voor 2022:

De fictieve rendementen voor bank­ en spaartegoeden, deposito en contant geld en voor schulden worden pas na afloop 
van het jaar vastgesteld. Voor een indicatie zijn de fictieve rendementen opgenomen die gelden voor 2021. Voor overige 
bezittingen is het fictieve rendement voor 2023 vastgesteld op 6,17%.

Deze wijziging betekent dat de werkelijke samenstelling van het vermogen op 1 januari heel beslissend is. Het is voordeliger 
om dan spaartegoeden te hebben in plaats van overige bezittingen. Dat lokt fiscale sturen uit. Mensen zouden vlak vóór 
1 januari overige bezittingen tijdelijk kunnen omzetten in banktegoeden, omdat vervolgens kort na de jaarwisseling weer 
terug te switchen. Ook zou er tijdelijk een schuld kunnen worden aangegaan en het geld daarvan op de bank te parkeren. 
Om dit tegen te gaan geldt een anti­misbruikregeling. Grofweg betekent deze regeling dat als iemand heen en weer switcht 
binnen 3 maanden (en daartussen ligt 1 januari),  de switch dan geacht wordt niet te hebben plaatsgevonden (tenzij zakelijke 
redenen kunnen worden aangetoond).

Massaalbezwaarplusprocedure voor niet­bezwaarmakers box 3 
Belastingplichtigen die voor de jaren 2017 tot en met 2020 geen bezwaar hadden gemaakt tegen box 3, hoeven geen actie 
meer te ondernemen. Het kabinet heeft besloten de vraag of zij recht hebben op rechtsherstel opnieuw voor te leggen aan 
de Hoge Raad en de uitspraak in die zaak voor iedere belastingplichtige toe te passen.

11. Beleg groen in box 3 

Wilt u uw box 3­vermogen verlagen, denk dan ook eens aan groene beleggingen. Voor groene beleggingen geldt een 
vrijstelling in box 3 van maximaal € 65.072 (bedrag 2023). Heeft u een fiscale partner, dan bedraagt de vrijstelling voor u en 
uw partner gezamenlijk zelfs het dubbele (€ 130.144). Ook een minderjarig kind heeft zelfstandig recht op deze vrijstelling. 
Naast de vrijstelling in box 3 heeft u ook nog recht op een heffingskorting van 0,7% van het vrijgestelde bedrag in box 3. 

In het kader van de tijdelijke box 3­regeling mag u de vrijstelling voor groene spaartegoeden en beleggingen eerst toerekenen 
aan de groene beleggingen en daarna aan de groene spaartegoeden.

Let op! De vrijstelling geldt niet voor de vermogenstoets in de toeslagen

12. Overweeg de oprichting van een beleggings­bv/­fonds

Heeft u op dit moment veel laag renderende overige bezittingen in box 3, overweeg dan de oprichting van een beleggings­
bv of een open fonds voor gemene rekening om daar vóór 31 december 2022 deze bezittingen in te storten. Zo mist u 
de peildatum van 1 januari 2023 in box 3. De bv of het fonds betaalt over de daadwerkelijk ontvangen spaarrente tot een 
bedrag van € 200.000 in 2023 19% vennootschapsbelasting en over het meerdere 25,8%. Als de ontvangen spaarrente 
na belasting wordt uitgekeerd naar privé, betaalt u hierover in 2023 26,9% belasting in box 2 van de inkomstenbelasting. 

Gecombineerd is dat zo’n 40,18% van het daadwerkelijk ontvangen rendement tot € 200.000. Dat is vaak minder dan de 
1,97% belasting die u in 2023 over uw laag renderende bezittingen betaalt in box 3, alhoewel u er wel rekening mee moet 
houden dat de vrijstelling in box 3 in 2023 € 57.000 per persoon bedraagt. 

Let op! Met een bv zijn oprichtingskosten gemoeid en ook kosten voor instandhouding, bijvoorbeeld voor het 
jaarlijks (laten) maken van een jaarrekening. En om de laag renderende overige bezittingen na verloop van tijd 
belastingvrij naar privé te halen, is een gang naar de notaris nodig. Het is belangrijk bij de keuze voor de bv­
variant deze kosten af te trekken van de jaarlijkse voordelen om te bepalen of het geheel voor u aantrekkelijk is.
Tip! Een beleggings-bv of open fonds voor gemene rekening zorgt er ook voor dat de laag renderende 
overige bezittingen niet meer meetellen voor de vermogenstoets voor de toeslagen en de 
vermogenstoets voor de eigen bijdrage bij het verblijf in een verzorgingsinstelling.

13. Houd rekening met vermogenstoets toeslagen 

Lagere inkomens hebben vaak recht op een of meer toeslagen. We kennen de zorgtoeslag, de huurtoeslag, de 
kinderopvangtoeslag en het kindgebonden budget. Voor alle toeslagen, behalve de kinderopvangtoeslag, geldt een 
zogenaamde vermogenstoets. Dit betekent dat u geen recht heeft op de toeslag als uw vermogen te groot is. De 
toetsingsdatum is 1 januari. Voor de zorgtoeslag en het kindgebonden budget geldt voor 2022 een toetsingsvermogen 
van maximaal € 120.020. Heeft u een partner, dan geldt een maximum van € 151.767. Voor de huurtoeslag geldt een 
maximumvermogen van € 31.747 (respectievelijk € 63.494 als u een partner heeft). Voor de huurtoeslag mag ook een 
medebewoner niet méér dan € 31.747 aan vermogen hebben. De genoemde maxima zullen voor het jaar 2023 iets hoger 
liggen.

Tip! Heeft u een vermogen rond de genoemde maxima én recht op een of meer toeslagen, dan kan 
het raadzaam zijn uw vermogen te verminderen door bijvoorbeeld een deel van uw hypotheek af 
te lossen of een geplande, grotere aankoop naar voren te halen. Ook kan het voor ondernemers 
raadzaam zijn om binnen de fiscale mogelijkheden minder vermogen uit het bedrijf naar privé over 
te brengen. 
Ook een spaar-bv of open fonds voor gemene rekening zorgt ervoor dat vermogen niet meetelt 
voor de vermogenstoets voor de toeslagen en de vermogenstoets voor de eigen bijdrage bij het 
verblijf in een verzorgingsinstelling. Overleg met uw adviseur of het rendabel is hiervoor een spaar-
bv of open fonds voor gemene rekening op te richten.

14. Bespaar belasting in box 3 en voorkom belastingrente 

Controleer uw voorlopige aanslag 2022. Is de aanslag te laag, vraag dan zo snel mogelijk een nieuwe voorlopige aanslag 
aan. Als u ervoor zorgt dat u uw voorlopige aanslag nog in 2022 betaalt, leidt dat tot een lager vermogen per 1 januari 2023 
en bespaart u mogelijk belasting. In box 3 levert dit alleen een voordeel op als de onttrokken financiële middelen bestonden 
uit beleggingen. Ook rekent de Belastingdienst vanaf 1 juli 2023 een rente van 4% over uw aanslag 2022. Dit is hoog, zeker 
in vergelijking met de rente op een spaarrekening. Voorkom dus dat u deze hoge belastingrente verschuldigd wordt en 
controleer of uw voorlopige aanslag 2022 juist is.

Tip! Vraag ook een nieuwe, lagere voorlopige aanslag aan als uw voorlopige aanslag te hoog is. In 
tegenstelling tot vroeger kunt u niet ‘sparen’ bij de Belastingdienst. De Belastingdienst vergoedt 
namelijk over het algemeen geen rente meer over een te hoge aanslag. 
Als u de aanslag meer dan 8 weken vóór het einde van het jaar aanvraagt en de Belastingdienst 
slaagt er niet in de aanslag tijdig op te leggen zodat u nog dit jaar kunt betalen, mag u op 1 januari 
toch rekening houden met deze belastingschuld.

15. Houd rekening met hoger heffingsvrij vermogen

Het heffingsvrije vermogen in box 3 wordt in 2023 verhoogd van € 50.650 naar € 57.000. U betaalt over uw vermogen in 
box 3 dus minder snel belasting. Houd hier rekening mee als u bijvoorbeeld overweegt een waardevolle aankoop nog dit jaar 
te doen en hiervoor vermogen te onttrekken waarmee u belegt.

16. Accijns op alcoholvrije drank omhoog in 2023

De accijns op alcoholvrije drank gaat per 1 januari 2023 met bijna 9 cent per liter omhoog, behalve voor mineraalwater.  
Wat kunt u als ondernemer fiscaal dit jaar nog regelen? In dit artikel leest u meer tips voor alle belastingplichtigen.

 

13 oktober 2022
Geplaatst in: Nieuws