Waar was jij toen het gebeurde? Dit is zo’n vraag die je bijna iedereen kan stellen als het over ingrijpende gebeurtenissen gaat. Zo weten veel mensen nog precies waar ze waren toen het nieuws van de aanslagen van 11 september 2001 ons bereikte. Of toen op 6 mei 2002 bekend werd dat er een aanslag was gepleegd op Pim Fortuyn. En weet u ook nog waar u was op 14 september 1999?
Wat was er ook al weer op die datum? Op die dag werden de contouren van de wet op de inkomstenbelasting 2001 bekend gemaakt. Het was de basis van onze huidige inkomstenbelastingwet. Onderdeel daarvan was de invoering van box 3. Een belasting op sparen en beleggen waarbij een rendement werd verondersteld van 4% dat belast zou worden tegen 30%. Op de beurs werden in die tijd rendementen behaald van 8% of meer, dus die 4% werd met gejuich ontvangen. Dit fictieve rendement kon met gemak en zonder risico worden behaald. Al snel kreeg box 3 dan ook de koosnaam “pretbox”.
Ruim twintig jaar later is de situatie totaal anders. Het begon in het najaar van 2007. De huizenmarkt stortte in, banken vielen om en beurskoersen zakten in elkaar. Een economische crisis die velen heeft geraakt. Wie nu zijn geld op een gewone spaarrekening zet, krijgt hooguit nog een rente van 0,2%. Dat doet de pret van box 3 flink drukken! De pret sloeg om in grote smart. Al jaren wordt er gesproken over een aanpassing van box 3 waarbij de roep om het belasten van het werkelijke rendement erg groot is.
Na een eerste aanpassing in 2017 heeft de staatssecretaris een paar maanden geleden zijn voorstel voor de hervorming van box 3 aan de Tweede Kamer gestuurd. In hoofdlijnen komt het er op neer dat per 1 januari 2022 het fictieve rendement op spaargeld wordt verlaagd naar 0,09%. Goed nieuws dus voor de spaarders, de beleggers komen er echter minder goed van af. Op alle andere bezittingen dan spaargeld wordt een rendement verondersteld van 5,33%. En heeft u geleend voor deze bezittingen dan wordt over deze schulden een rendement van 3,03% in mindering gebracht. Daarnaast gaat het tarief van box 3 omhoog naar 33%. Over het algemeen genomen zal voornamelijk de belegger hiermee nog niet van zijn smart af zijn als het om box 3 gaat, al helemaal wanneer de bezittingen zijn gefinancierd.
Even een klein voorbeeld. Stel u bezit een tweede woning om u in het weekend even terug te kunnen trekken uit de hectiek van elke dag. En stel dat deze woning een waarde heeft van € 200.000 waarvoor u een lening bent aangegaan van eveneens € 200.000. Dan geldt voor het bezit van de woning een rendement van 5,33%, dus € 10.660. De schuld mag in mindering worden gebracht voor 3,03%, dus € 6.060. De financiële waarde van bezit en schuld zijn aan elkaar gelijk, maar toch wordt per saldo een rendement verondersteld van € 4.600 waarover € 1.518 aan belasting verschuldigd is. Ongetwijfeld is de emotionele waarde van uw tweede woning vele malen hoger dan de financiële waarde. Maar weegt dit ook op tegen de emotie die de belastingbetaling tot gevolg heeft?
Ondanks dat het nog een voorstel is wordt er nu al druk gekeken naar de mogelijkheden om het vermogen weg te halen uit box 3. Want het is duidelijk, box 3 is in de loop der tijd veranderd van pretbox naar smartbox. Hoe groot u deze smart laat zijn hangt af van de vraag hoe ‘smart’ u met uw vermogen omgaat. Wij denken daarover graag met u mee.
We houden de wetgeving en rechtspraak voor u in de gaten, zodat ons advies en begeleiding altijd gebaseerd zijn op de meest actuele gegevens en informatie.
14 november 2019
Geplaatst in:
Nieuws